In 2023 telde Nederland ruim 2,7 miljoen 65-plussers. Dit aantal loopt de komende jaren stevig op. De verwachting is dat er in 2040 zelfs 4,8 miljoen 65-plussers zijn. Dit brengt grote uitdagingen met zich mee. Alleen ouderen met een complexe zorgvraag kunnen terecht in de verpleeghuizen. Dit maakt dat er dringend behoefte is aan een tussenvorm voor ouderen. Met het toegewijde team ‘senioren en zorg’ richt AM zich op het ontwikkelen van gebieden waar ouderen met de juiste zorg zo lang mogelijk zelfstandig en gelukkig kunnen leven. Anneke Speelman, ontwikkelingsmanager bij dit team, legt uit hoe AM vernieuwende woonvormen ontwikkelt in nauwe samenwerking met zorgorganisaties.
Haast maken met nieuwe woonvormen voor ouderen
Volgens Anneke vraagt de vergrijzing om een nieuwe manier van denken. “De komende jaren zien we een verdubbeling van het aantal hoogbejaarden. Tegelijkertijd vermindert het aantal mantelzorgers. Mensen hebben tegenwoordig minder kinderen, die niet altijd in de buurt wonen. Het aantal beroepskrachten dat nodig is om de groeiende vraag op te vangen, neemt niet evenredig toe. We zullen structuren moeten doorbreken om ouderen de zorg te kunnen bieden die nodig is.”
Tussenvorm die beter aansluit
Met het concept Let’s Live draagt AM bij aan een oplossing. Anneke schetst hoe het concept vorm krijgt in de woonzorgzone Elsbroek-Zuid in Hillegom: “De gemeente Hillegom wil hier een inclusief gebied creëren waar zowel ouderen, met en zonder zorgvraag, en jongere mensen fijn wonen. Zo’n vier jaar geleden is AM betrokken geraakt bij het ontwikkelen van dit gebied.” Er was op dat moment al een verpleeghuis voor mensen met zware dementie en forse lichamelijke problemen, een dienstencentrum waar eerstelijns zorgaanbieders te vinden zijn en er waren appartementen voor zelfstandig wonende senioren in de sociale huur. Aanvullend was er behoefte aan een zorgcomplex, levensloopbestendige seniorenwoningen in de middeldure huur en woningen voor gezinnen en starters. AM en zorgorganisatie HOZO hebben de krachten gebundeld om van gedachten te wisselen over het zorgcomplex. Hierdoor ontdekten we dat een tussenvorm beter aansloot op de behoefte van de ouderen in de buurt. Een woonvorm waar ouderen zelfstandig wonen, maar wel met VPT (volledig pakket thuis)-zorg aan huis.”
Zelfstandig blijven
De eerste aanzet voor Let’s Live was geboren. Anneke: “Veel mensen willen zo lang mogelijk zelfstandig wonen, maar hebben wel zorg nodig.” Ze geeft verschillende voorbeelden: “Mensen met een lichte vorm van dementie die meer toezicht nodig hebben, bijvoorbeeld. Of ouderen die door ernstige fysieke klachten en bijbehorende pijn veel tijd kwijt zijn met huishoudelijke taken. Hun kwaliteit van leven gaat achteruit. Door deze mensen de juiste ondersteuning te bieden, houden ze tijd over om te genieten van het leven. Zo krijgen ze weer het gevoel dat ze ertoe doen.” Volgens Anneke kan deze groep met de juiste zorg aan huis, prima zelfstandig wonen: “Hierdoor blijft deze groep uit het verpleeghuis en ontstaat er ruimte voor mensen met zware dementie die een beschutte woonomgeving nodig hebben.” Het concept Let’s Live biedt meer dan goede zorg aan ouderen: “Ja, er is de gehele dag zorg aanwezig, maar het gaat ook om het doen van activiteiten met de ouderen. Van wandelen tot een kaartspel doen, het leggen van contacten met de buurt en samen een boodschap doen in het centrum. Activeren is een belangrijk item. We willen ervoor zorgen dat bewoners gelukkig zijn en het gevoel hebben dat ze weer mee tellen. Welzijn staat centraal.” De tussenvorm die AM met Let’s Live in samenwerking met zorgorganisaties realiseert, heeft bovendien als voordeel dat stellen samen kunnen blijven wonen. “Ook als één van beide partners een zorgindicatie heeft en zou komen te overlijden, mag de achterblijvende partner gegarandeerd in de woning blijven wonen.”
Veel mensen willen zo lang mogelijk zelfstandig wonen, maar hebben wel zorg nodig
Het idee evolueert
Het oorspronkelijke idee in Hillegom was om voor kwetsbare ouderen woonzorg-appartementen te realiseren waar ze via zorgorganisatie HOZO VPT-zorg krijgen. Hiervoor is een WLZ (Wet langdurige zorg)-indicatie noodzakelijk. Door de tijd heen en in gesprek met alle betrokken partijen, evolueerde het idee. Anneke: “Aan de ene kant heb je de zorgorganisatie, die de zorgexploitatie financieel rond moet krijgen. Daarvoor is er een minimaal aantal mensen nodig die deze zorg afnemen, maar bij een nieuw gebouw zijn er niet tegelijkertijd 41 huishoudens met een zorgvraag. Aan de andere kant is er de belegger, die graag snel de appartementen verhuurd wil zien. Daar lijkt een conflict in belangen te zijn, maar we hebben samen gekeken naar oplossingen. Het idee ontstond om ook VPT-zorg in de wijk aan te bieden. Aan ouderen die in de buurt wonen en niet willen verhuizen, maar wel de zorg nodig hebben. Door op deze manier de doelgroep te verbreden ontstaat de mogelijkheid om de zorgexploitatie eerder rond te krijgen. Als we dan bij start van verhuur niet alle appartementen aan de beoogde doelgroep hebben kunnen verhuren, betekent dit niet direct een risico op een niet-sluitende zorgexploitatie. We verhuren de overige appartementen dan aan senioren met een lichtere zorgvraag of aan senioren zonder zorgvraag.
Het realiseren van woonzorgcomplexen met deze gemengde doelgroep doen we nu ook bij enkele nieuwe initiatieven. Bijkomend voordeel is dat actieve senioren een rol kunnen spelen bij activiteiten en, als ze dat willen, bij het ondersteunen van de mensen die meer zorg nodig hebben.” Het bieden van informele zorg is ook onderdeel van de woonzorgzone in Hillegom. De buurt wil sowieso meer onderlinge burenhulp bieden, legt Anneke uit: “De jongere bewoners van de grondgebonden woningen hebben aangegeven dat ze graag een rol vervullen voor de ouderen en die rol gaat verder dan een keer een bezoekje brengen of een boodschap doen. Denk bijvoorbeeld aan het druppelen van ogen of het helpen met het aantrekken van steunkousen. We hebben nu gesprekken met deze mensen om te bekijken hoe die rol er precies uit kan zien.”
Transparant samenwerken
Techniek helpt bij het faciliteren van burenhulp, aldus Anneke: “Met slimme apps brengen we tegenwoordig bewoners in een buurt met elkaar in contact. Hier zou ook het verpleeghuis gebruik van kunnen maken. Wanneer ze bijvoorbeeld een vrijwilliger zoeken voor incidentele hulp, kunnen ze een oproep plaatsen. Maar ook bewoners die een hulpvraag of een aanbod hebben, kunnen zo van zich laten horen.” Ook op andere vlakken verwacht Anneke dat techniek uitkomst biedt. “In Nederland is de zorg erg gereglementeerd en de administratieve last hoog. Als we die door automatisering kunnen verlichten, dan is er meer ruimte om activiteiten te ondernemen met de mensen. Hopelijk volgt ook de politiek met flexibelere wet- en regelgeving. We moeten durven om het welzijn van ouderen centraal te stellen.” Volgens Anneke is een belangrijk deel van het succes van dit soort woon-zorggebieden, dat betrokken partijen transparant samenwerken: “Gemeentes, zorgorganisaties, cliëntenraden, beleggers, wij als gebiedsontwikkelaar, we moeten bij elkaar over de schutting durven te kijken om schotten te doorbreken. Kijken wat er speelt bij elkaar, nagaan wat we goed doen en wat beter kan en daar ook iets over durven zeggen tegen elkaar. Samen creatief denken met als centrale doel: de (kwetsbare) ouderen gelukkig maken.”
Optimisme brengt verandering
Inmiddels zijn er ook plannen voor het Let’s Live concept in Rotterdam, Amersfoort en Schiedam. Het zijn gemengde buurten waar zowel mensen met VPT-zorg wonen als mensen met een lichte zorgvraag en mensen zonder zorgvraag. Anneke: “We nemen mee wat we leren en overal evolueert het idee weer verder.” Anneke kijkt positief naar de toekomst voor ouderen in ons land. “Het mooie is, dat deze generatie ouderen mondig is. Ze hebben hun eigen ideeën over nieuwe woonvormen die een tussenvorm zijn tussen zelfstandig wonen en het wonen in een verpleeghuis en daar luisteren we naar. Ook zie ik dat de nieuwe generatie jongeren een samenleving wil waar we veel meer naar elkaar omkijken. Er zijn uitdagingen, maar alleen met optimisme krijgen we deze verandering voor elkaar.”